Verzameling Hadiths Tirmidhi



Tirmidhi Verklaring

Abu 'Isa Muhammad ibn ‛Isa as-Sulami ad-Ḍarir al-Bughi at-Tirmidhi of imam Tirmidhi(Termiz, 824 - aldaar 892) was een islamitische hadithverzamelaar van Perzische afkomst. Hij sprak vloeiend Perzisch en Arabisch. Hij is voornamelijk bekend om zijn compilatie van de Hadith, die Jami' Tirmidhi wordt genoemd.

Biografie

De grootvader van Tirmidhi was van de Banu Sulaym en woonde oorspronkelijk in Merv maar verhuisde later naar Termiz. Daar werd Tirmidhi geboren in het jaar 824 tijdens het kalifaat van de Abbasiden. Abu Isa (zo werd hij ook soms genoemd) toonde al vanaf zijn kindertijd interesse om de islam te bestuderen en begon op de leeftijd van 20 jaar met het verzamelen van Hadith, hij reisde naar Hidjaz, Khorasan (waar hij ook lange tijd studeerde) en Irak. Hij ontmoete heel wat geleerden waaronder Al-Bukhari, Muslim en Abu Dawud waarbij hij studeerde. Hij stond bekend als betrouwbaar en vroom, vandaar dat hij zijn bekendheid dankte. Het verzamelde in zijn boek ongeveer 4000 overleveringen verspreid over 5 delen dat nu bekend is als Jami` Tirmidhi. Tijdens de laatste twee jaren van zijn leven was hij blind.

Tirmidhi zou op 68-jarige leeftijd zijn gestorven in zijn geboortestad Termiz in de maand Rajab en zou in die omgeving zijn begraven.

Werken

Tirmidhi heeft negen boeken waarvan er vier bewaard zijn gebleven.

Jami` Tirmidhi: een collectie van Hadith

Ash-Shama'il An-Nabawiyyah wa Al-Fada'il Al-Mustafawiyyah: een boek met overleveringen over het uiterlijk van de profeet Mohammed(vzmh)

Al-`Ilal As-Sughra

Al-`Ilal Al-Kubra

Az-Zuhd

Al-Asmaa' wa Al-Kuna

Kitab At-Tarikh






Artikelen in de categorie: Tirmidhi




Hoe bijzonder onze geliefde Profeet is

Anas ibn Malik (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd:

"Ik heb de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) tien jaar gediend en hij heeft nooit een keer 'foei' tegen me gezegd of voor iets wat ik gedaan had, gezegd: 'Waarom heb je het gedaan?' of voor iets wat ik achterwege liet: 'Waarom heb je het achterwege gelaten?'De Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) behoorde tot de mensen met het beste gedrag. Ik heb nooit khazz* zijde of iets anders aangeraakt dat zachter was dan de handpalm van de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) en ik heb nooit betere musk of parfum geroken dan het zweet van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem)."

Deze beschrijving van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) is overgeleverd door Anas ibn Malik (moge Allah tevreden met hem zijn). De hadith is overgeleverd door Tirmidhi.

*khazz is een kledingstuk dat gemaakt is van katoen en zijde

Speciale dagen voor de moslim


Met het ochtendgebed de beloning van Hajj en Omrah verdienen?


"Degene die het Fajr-gebed in gemeenschap verricht, daarna blijft zitten tot de zon opgekomen is en dan twee gebedseenheden bidt, zal de beloning verdienen als dat van de Hajj en Omrah."

Deze hadith is overgeleverd door Anas ibn Malik (moge Allah tevreden met hem zijn) van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) en staat vermeld in Sahieh Tirmidhi.

Drie zaken zouden niet uitgesteld moeten worden

Ali ibn Abi Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) tegen hem zei:

"O Ali, drie zaken zouden niet uitgesteld moeten worden:

Het gebed wanneer de tijd (ervoor) aangebroken is,

Een begrafenis wanneer (het gewassen lichaam) aanwezig is,

En (het huwelijk van) een ongetrouwde vrouw wanneer er een gelijke voor haar is."

Deze hadith staat vermeld in Jami at-Tirmidhi (171).


Vasten verbreken van een vastende

"Degene die een vastende voedt met hetgeen waarmee hij zelf zijn vasten verbreekt, krijgt een beloning die gelijk is aan hem (degene van wie hij het vasten verbreekt), zonder dat de beloning van de vastende persoon enigzins verminderd wordt."


Deze hadith staat vermeld in Jami at-Tirmidhi (807) en is overgeleverd door Zaid ibn Khalid al-Djuhanie (moge Allah tevreden met hem zijn) van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem).




Altijd de waarheid spreken, ook als je grapjes maakt

Abu Huraira (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de mensen zeiden:

"Boodschapper van Allah, u maakt grapjes met ons!" waarop hij antwoordde:

"Maar ik spreek enkel de waarheid." 


Deze hadith is sahih verklaard door Sheikh Al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn) en staat vermeld in Tirmidhi. 

Zegeningen vragen voor de Profeet wanneer hij genoemd wordt

"De gierigaard is degene in wiens aanwezigheid mijn naam genoemd wordt en geen zegeningen voor mij vraagt."


Deze hadith is overgeleverd van de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) door Husayn ibn Ali ibn Abi Taalib (moge Allah tevreden zijn met hen beiden). De hadith is hasan verklaard door Tirmidhi en Al-Albaanie heeft het sahieh verklaard.


Verschillen tussen mensen


"Allah heeft Adam geschapen uit één greep die Hij nam uit de algehele aarde, en daarom kwamen zijn nakomelingen overeen met de verschillen soorten aarden, zo heeft de ene een rode huidskleur en de andere weer een witte en zwarte huidskleur, en zo is de ene makkelijk in zijn karakter en de andere weer moeilijk in zijn karakter."


Deze hadith is van de Boodschapper van Allaah (sallallahoe alaihi wa salam) overgeleverd door Abu Musa al-Ash'aari (radiyallaahoe anhoe) en is vermeld door Tirmidhi en Abu Dawud en sahieh verklaard door Sheikh Al-Albaanie in Sahieh Abi Dawud (3926).


Paradijs bereiken middels het gebed


"De sleutel tot het Paradijs is het gebed, en de sleutel tot het gebed is de wassing (wudu)."


Deze hadith is overgeleverd van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) door Jabir ibn Abdullah (moge Allah tevreden met hem zijn) en staat vermeld in Sunan at-Tirmidhi. De hadith is hasan (goed) verklaard door As-Suyuti.



Iedere letter die je uit de Koran leest, wordt beloond



"Degene die een letter uit het Boek van Allah leest, zal een verdienste krijgen en de verdienste zal met het tienvoudige vermenigvuldigd worden. En ik zeg niet dat 'Alif-Laam-Miem' als één letter beschouwd worden, maar 'Alif' is een letter, 'Laam' is een letter en 'Miem' is een letter."



Deze hadith is overgeleverd van de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) door Abdullah ibn Masuden is vermeld door Tirmidhi en Darimi.


Olijfolie komt van een gezegende boom



"Eet (olijf)olie en smeer (jullie haar en huid) ermee in, want het komt van een gezegende boom."


Deze hadith is van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) overgeleverd door Abu Aseed (moge Allaah tevreden met hem zijn) en is vermeld door Tirmidhi (1775) en sahieh verklaard door Sheikh Al-Albaanie.




Smeekbede Lailatul Qadr


"O Boodschapper van Allah, als ik de nacht van Qadr vind, wat zou ik dan moeten zeggen?"


De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei:


"Zeg (de volgende smeekbede):

"O Allah, U bent de Meest Vergevingsgezinde en U houdt van vergeving, dus vergeef mij."


Aisha (moge Allah tevreden met haar zijn) heeft overgeleverd dat zij bovenstaande vraag aan de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) stelde. Hij leerde haar daarop deze bovenstaande smeekbede voor tijdens Lailatul Qadr. De overlevering staat vermeld in Tirmidhi, Ahmad en Ibn Maadjah en is sahih.



Vasten tijdens de tweede helft van Shabaan

Deze hadith is van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) overgeleverd door Abu Huraira (moge Allah tevreden met hem zijn) en is vermeld door Tirmidhi, Abu Dawud en Ibn Maadjah en is sahieh verklaard door Sheikh Al-Albaanie.

"Wanneer (de maand) Shabaan voor de helft voorbij is, vast dan niet."

Deze hadith is van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) overgeleverd door Abu Huraira (moge Allah tevreden met hem zijn) en is vermeld door Tirmidhi, Abu Dawud en Ibn Maadjah en is sahieh verklaard door Sheikh Al-Albaanie.

Het gaat in deze hadith om een verbod op het vasten vanaf de 16e dag van de maand Shabaan. Er bestaan echter uitzonderingen op deze hadith. Meer informatie over het verbod op het vasten tijdens de tweede helft van de maand Shabaan, kan gevonden worden in de volgende fatwa:


Alle lof zij Allah.

Er is overgeleverd door Aboe Hoerayrah dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:"Wanneer Shacbaan voor de helft voorbij is, vast dan niet."

(Aboe Dawoed, at-Tirmidhie, Ibn Maadjah en Sahieh verklaard door al-Albaanie)

Deze overlevering geeft aan dat het niet toegestaan is om te vasten na de helft van de maand Shacbaan, dat wil zeggen vanaf de 16e dag van de maand.Alle lof zij Allah.

Er is overgeleverd door Aboe Hoerayrah dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:"Wanneer Shacbaan voor de helft voorbij is, vast dan niet."

(Aboe Dawoed, at-Tirmidhie, Ibn Maadjah en Sahieh verklaard door al-Albaanie)

Deze overlevering geeft aan dat het niet toegestaan is om te vasten na de helft van de maand Shacbaan, dat wil zeggen vanaf de 16e dag van de maand.Alle lof zij Allah.

Er is overgeleverd door Aboe Hoerayrah dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:"Wanneer Shacbaan voor de helft voorbij is, vast dan niet."

(Aboe Dawoed, at-Tirmidhie, Ibn Maadjah en Sahieh verklaard door al-Albaanie)

Deze overlevering geeft aan dat het niet toegestaan is om te vasten na de helft van de maand Shacbaan, dat wil zeggen vanaf de 16e dag van de maand.


Maar er zijn bewijzen die aangeven dat het toegestaan is om na de helft van de maand te vasten. Aboe Hoerayrah zei bijvoorbeeld: "De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Vervroeg de Ramadan niet door één of twee dagen voordat het begint te vasten, maar als men gewoonlijk vast, laat hem dan vasten."

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Dit geeft aan dat het vasten na de helft van Shacbaan toegestaan is voor degene die de gewoonte heeft om te vasten, zoals een persoon die regelmatig vast op de maandag en op de donderdag. Of degene die andere dagen vast, etc.

Imam al-Boekhaarie en Moeslim hebben overgeleverd dat cAa'ishah zei: "De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) vastte de hele maand Shacbaan, hij vastte Shacbaan op een paar dagen na."

(Deze versie is overgeleverd door Moeslim)

Imam an-Nawawie heeft gezegd: "In de woorden, "Hij vastte de hele maand Shacbaan, hij vastte Shacbaan op een paar dagen na", legt het tweede zinsdeel het eerste zinsdeel uit en geeft aan dat het woordje "hele" hier "het meeste" betekent.

Aanhangers van de Shaaficie wetschool volgen al deze overleveringen en zeggen: "Het is niet toegestaan om na de helft van Shacbaan te vasten, behalve voor degenen die een patroon van vasten hebben of voor degene die verder wil vasten na het vasten van de eerste helft van de maand."

Volgens de meeste geleerden betekent het verbod (in de eerste Hadieth) dat het Haraam is.

(al-Madjmoec, boekdeel 6, blz. 399-400; Fath ul-Baarie, boekdeel 4, blz. 129)

Sommigen, zoals ar-Roeyaanie, hebben aangegeven dat het verbod hier begrepen kan worden als Makroeh (afgeraden) en niet als Haraam. Imam an-Nawawie zei: "Het hoofdstuk over het verbod op het anticiperen op de Ramadan, door na de helft van Shacbaan te vasten, geldt voor degenen die verder willen vasten na het vasten van de eerste helft van de maand of voor degenen die een patroon van vasten hebben, zoals het vasten op de maandagen en de donderdagen."

(Riyaad us-Saalihien, blz. 412)

De meerderheid van de geleerden is van mening dat de overlevering waarin verboden wordt om te vasten na de helft van de maand Shacbaan zwak is. Hierop gebaseerd zeggen zij dat het niet Makroeh is om te vasten na de helft van Shacbaan.

Al-Haafidh zei: "De meerderheid van de geleerden heeft gezegd dat het toegestaan is om vrijwillig te vasten na de helft van Shacbaan. Zij achten de overlevering die hierover spreekt zwak. Ahmad en Ibn Macien zeiden dat dit Moenkar (verafschuwd) is."

(Fath ul-Baarie)



Onder hen die het als zwak verklaarden waren al-Bayhaqie en at-Tahaawie. Ibn Qoedaamah zei dat imam Ahmad betreffende deze overlevering zei: "Het is niet correct. We hebben cAbdoer-Rahmaan ibn Mahdi erover gevraagd. Hij verklaart het niet als Sahieh en hij heeft het niet aan mij verhaald. Hij vermeed het praten over deze overlevering. Ahmad zei: "al-cAlaa' is Thiqah en geen van zijn overleveringen wordt beschouwd als Moenkar behalve deze."

(al-Moeghnie)

De al-cAlaa' naar wie hier wordt verwezen is al-cAlaa' ibnoe cAbdir-Rahmaan die deze overlevering van zijn vader heeft overgeleverd, die het weer van Aboe Hoerayrah kreeg overgeleverd.

Ibn ul-Qayyim heeft gereageerd op degenen die deze overlevering zwak hebben verklaard en heeft gezegd dat deze overlevering Sahieh is volgens de voorwaarden van Moeslim. Ook al is al-cAlaa' de enige die deze overlevering heeft overgeleverd, is het niet schadelijk voor de overlevering omdat al-cAlaa' Thiqah (betrouwbaar) is. In zijn Sahieh heeft Moeslim meerdere overleveringen van hem verhaald, die hij van zijn vader heeft en zijn vader weer van Aboe Hoerayrah. Vele overleveringen zijn alleen via één persoon die Thiqah is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem), maar deze zijn geaccepteerd en worden gevolgd door de gemeenschap.

(Tahdhieb us-Soenan)

Toen zei hij: "Met betrekking tot degenen die denken dat er een tegenstrijdigheid is tussen deze overlevering en de overleveringen waarin gesproken wordt over het vasten in Shacbaan: er is geen tegenstrijdigheid! Die overleveringen spreken namelijk over het vasten van de tweede helft van de maand samen met de eerste helft van de maand en over het vasten gedurende de tweede helft van de maand als een gewoonte. Terwijl de overlevering van al-cAlaa' spreekt over het verbod van het opzettelijk vasten na de helft van de maand, en niet over het vasten dat iemand regelmatig verricht of als voortzetting van het vasten in de eerste helft van de maand."

Sheikh Ibn Baaz werd gevraagd over de overlevering waarin staat dat het vasten na de helft van Shacbaan niet toegestaan is. Hij zei: "Dit is een overlevering die Sahieh is, zoals Sheikh Naasir ud-Dien al-Albaanie zei. Wat hier bedoeld wordt, is dat het niet toegestaan is om na de helft van de maand te beginnen met vasten. Maar als een persoon het meeste of de gehele maand vast, dan volgt hij de Soennah."

(Madjmoec ul-Fataawa ash-Sheikh Ibn Baaz, boekdeel 15, blz. 385)

Sheikh Ibn ul-cOetaymien zei in zijn reactie op Riyaad us-Saalihien (boekdeel 3, blz. 394): "Al zou de overlevering Sahieh zijn, het verbod wat hierin vermeld wordt, betekent niet dat het Haraam is, maar dat het slechts Makroeh is, zoals sommigen van de geleerden begrepen hebben. Maar degene die gewend is om te vasten, zou moeten vasten ook al is het na de helft van Shacbaan."

Concluderend kunnen we zeggen dat het niet toegestaan is om na de helft van Shacbaan te vasten, dit is óf Makroeh of Haraam. Behalve voor degenen die gewend zijn om te vasten of degenen die het vasten voortzetten nadat ze de eerste helft van Shacbaan gevast hebben. En Allah weet het beste.

De reden voor dit verbod is dat het continu vasten een persoon zwak kan maken om te vasten in de Ramadan.

Als er gezegd wordt dat degene die vanaf het begin van Shacbaan vast zwakker wordt, dan is de reactie hierop dat degene die vanaf het begin van Shacbaan vast, gewend is geraakt aan het vasten en dat het minder moeilijk voor hem zal zijn om te vasten.

Al-Qaari' zei: "Het verbod hier betekent dat het afkeurenswaardig is, als een genade voor deze gemeenschap, opdat zij niet te zwak zullen worden om hun verplichte vasten tijdens de Ramadan op een energieke manier te vervullen. Maar degenen die de gehele maand Shacbaan vasten zullen gewend raken aan het vasten, dus zal het vasten niet moeilijk voor hen zijn."

En Allah weet het beste.Maar er zijn bewijzen die aangeven dat het toegestaan is om na de helft van de maand te vasten. Aboe Hoerayrah zei bijvoorbeeld: "De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Vervroeg de Ramadan niet door één of twee dagen voordat het begint te vasten, maar als men gewoonlijk vast, laat hem dan vasten."

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Dit geeft aan dat het vasten na de helft van Shacbaan toegestaan is voor degene die de gewoonte heeft om te vasten, zoals een persoon die regelmatig vast op de maandag en op de donderdag. Of degene die andere dagen vast, etc.

Imam al-Boekhaarie en Moeslim hebben overgeleverd dat cAa'ishah zei: "De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) vastte de hele maand Shacbaan, hij vastte Shacbaan op een paar dagen na."

(Deze versie is overgeleverd door Moeslim)

Imam an-Nawawie heeft gezegd: "In de woorden, "Hij vastte de hele maand Shacbaan, hij vastte Shacbaan op een paar dagen na", legt het tweede zinsdeel het eerste zinsdeel uit en geeft aan dat het woordje "hele" hier "het meeste" betekent.

Aanhangers van de Shaaficie wetschool volgen al deze overleveringen en zeggen: "Het is niet toegestaan om na de helft van Shacbaan te vasten, behalve voor degenen die een patroon van vasten hebben of voor degene die verder wil vasten na het vasten van de eerste helft van de maand."

Volgens de meeste geleerden betekent het verbod (in de eerste Hadieth) dat het Haraam is.

(al-Madjmoec, boekdeel 6, blz. 399-400; Fath ul-Baarie, boekdeel 4, blz. 129)

Sommigen, zoals ar-Roeyaanie, hebben aangegeven dat het verbod hier begrepen kan worden als Makroeh (afgeraden) en niet als Haraam. Imam an-Nawawie zei: "Het hoofdstuk over het verbod op het anticiperen op de Ramadan, door na de helft van Shacbaan te vasten, geldt voor degenen die verder willen vasten na het vasten van de eerste helft van de maand of voor degenen die een patroon van vasten hebben, zoals het vasten op de maandagen en de donderdagen."

(Riyaad us-Saalihien, blz. 412)

De meerderheid van de geleerden is van mening dat de overlevering waarin verboden wordt om te vasten na de helft van de maand Shacbaan zwak is. Hierop gebaseerd zeggen zij dat het niet Makroeh is om te vasten na de helft van Shacbaan.

Al-Haafidh zei: "De meerderheid van de geleerden heeft gezegd dat het toegestaan is om vrijwillig te vasten na de helft van Shacbaan. Zij achten de overlevering die hierover spreekt zwak. Ahmad en Ibn Macien zeiden dat dit Moenkar (verafschuwd) is."

(Fath ul-Baarie)



Onder hen die het als zwak verklaarden waren al-Bayhaqie en at-Tahaawie. Ibn Qoedaamah zei dat imam Ahmad betreffende deze overlevering zei: "Het is niet correct. We hebben cAbdoer-Rahmaan ibn Mahdi erover gevraagd. Hij verklaart het niet als Sahieh en hij heeft het niet aan mij verhaald. Hij vermeed het praten over deze overlevering. Ahmad zei: "al-cAlaa' is Thiqah en geen van zijn overleveringen wordt beschouwd als Moenkar behalve deze."

(al-Moeghnie)

De al-cAlaa' naar wie hier wordt verwezen is al-cAlaa' ibnoe cAbdir-Rahmaan die deze overlevering van zijn vader heeft overgeleverd, die het weer van Aboe Hoerayrah kreeg overgeleverd.

Ibn ul-Qayyim heeft gereageerd op degenen die deze overlevering zwak hebben verklaard en heeft gezegd dat deze overlevering Sahieh is volgens de voorwaarden van Moeslim. Ook al is al-cAlaa' de enige die deze overlevering heeft overgeleverd, is het niet schadelijk voor de overlevering omdat al-cAlaa' Thiqah (betrouwbaar) is. In zijn Sahieh heeft Moeslim meerdere overleveringen van hem verhaald, die hij van zijn vader heeft en zijn vader weer van Aboe Hoerayrah. Vele overleveringen zijn alleen via één persoon die Thiqah is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem), maar deze zijn geaccepteerd en worden gevolgd door de gemeenschap.

(Tahdhieb us-Soenan)

Toen zei hij: "Met betrekking tot degenen die denken dat er een tegenstrijdigheid is tussen deze overlevering en de overleveringen waarin gesproken wordt over het vasten in Shacbaan: er is geen tegenstrijdigheid! Die overleveringen spreken namelijk over het vasten van de tweede helft van de maand samen met de eerste helft van de maand en over het vasten gedurende de tweede helft van de maand als een gewoonte. Terwijl de overlevering van al-cAlaa' spreekt over het verbod van het opzettelijk vasten na de helft van de maand, en niet over het vasten dat iemand regelmatig verricht of als voortzetting van het vasten in de eerste helft van de maand."

Sheikh Ibn Baaz werd gevraagd over de overlevering waarin staat dat het vasten na de helft van Shacbaan niet toegestaan is. Hij zei: "Dit is een overlevering die Sahieh is, zoals Sheikh Naasir ud-Dien al-Albaanie zei. Wat hier bedoeld wordt, is dat het niet toegestaan is om na de helft van de maand te beginnen met vasten. Maar als een persoon het meeste of de gehele maand vast, dan volgt hij de Soennah."

(Madjmoec ul-Fataawa ash-Sheikh Ibn Baaz, boekdeel 15, blz. 385)

Sheikh Ibn ul-cOetaymien zei in zijn reactie op Riyaad us-Saalihien (boekdeel 3, blz. 394): "Al zou de overlevering Sahieh zijn, het verbod wat hierin vermeld wordt, betekent niet dat het Haraam is, maar dat het slechts Makroeh is, zoals sommigen van de geleerden begrepen hebben. Maar degene die gewend is om te vasten, zou moeten vasten ook al is het na de helft van Shacbaan."

Concluderend kunnen we zeggen dat het niet toegestaan is om na de helft van Shacbaan te vasten, dit is óf Makroeh of Haraam. Behalve voor degenen die gewend zijn om te vasten of degenen die het vasten voortzetten nadat ze de eerste helft van Shacbaan gevast hebben. En Allah weet het beste.

De reden voor dit verbod is dat het continu vasten een persoon zwak kan maken om te vasten in de Ramadan.

Als er gezegd wordt dat degene die vanaf het begin van Shacbaan vast zwakker wordt, dan is de reactie hierop dat degene die vanaf het begin van Shacbaan vast, gewend is geraakt aan het vasten en dat het minder moeilijk voor hem zal zijn om te vasten.

Al-Qaari' zei: "Het verbod hier betekent dat het afkeurenswaardig is, als een genade voor deze gemeenschap, opdat zij niet te zwak zullen worden om hun verplichte vasten tijdens de Ramadan op een energieke manier te vervullen. Maar degenen die de gehele maand Shacbaan vasten zullen gewend raken aan het vasten, dus zal het vasten niet moeilijk voor hen zijn."

En Allah weet het beste.Maar er zijn bewijzen die aangeven dat het toegestaan is om na de helft van de maand te vasten. Aboe Hoerayrah zei bijvoorbeeld: "De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Vervroeg de Ramadan niet door één of twee dagen voordat het begint te vasten, maar als men gewoonlijk vast, laat hem dan vasten."

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Dit geeft aan dat het vasten na de helft van Shacbaan toegestaan is voor degene die de gewoonte heeft om te vasten, zoals een persoon die regelmatig vast op de maandag en op de donderdag. Of degene die andere dagen vast, etc.

Imam al-Boekhaarie en Moeslim hebben overgeleverd dat cAa'ishah zei: "De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) vastte de hele maand Shacbaan, hij vastte Shacbaan op een paar dagen na."

(Deze versie is overgeleverd door Moeslim)

Imam an-Nawawie heeft gezegd: "In de woorden, "Hij vastte de hele maand Shacbaan, hij vastte Shacbaan op een paar dagen na", legt het tweede zinsdeel het eerste zinsdeel uit en geeft aan dat het woordje "hele" hier "het meeste" betekent.

Aanhangers van de Shaaficie wetschool volgen al deze overleveringen en zeggen: "Het is niet toegestaan om na de helft van Shacbaan te vasten, behalve voor degenen die een patroon van vasten hebben of voor degene die verder wil vasten na het vasten van de eerste helft van de maand."

Volgens de meeste geleerden betekent het verbod (in de eerste Hadieth) dat het Haraam is.

(al-Madjmoec, boekdeel 6, blz. 399-400; Fath ul-Baarie, boekdeel 4, blz. 129)

Sommigen, zoals ar-Roeyaanie, hebben aangegeven dat het verbod hier begrepen kan worden als Makroeh (afgeraden) en niet als Haraam. Imam an-Nawawie zei: "Het hoofdstuk over het verbod op het anticiperen op de Ramadan, door na de helft van Shacbaan te vasten, geldt voor degenen die verder willen vasten na het vasten van de eerste helft van de maand of voor degenen die een patroon van vasten hebben, zoals het vasten op de maandagen en de donderdagen."

(Riyaad us-Saalihien, blz. 412)

De meerderheid van de geleerden is van mening dat de overlevering waarin verboden wordt om te vasten na de helft van de maand Shacbaan zwak is. Hierop gebaseerd zeggen zij dat het niet Makroeh is om te vasten na de helft van Shacbaan.

Al-Haafidh zei: "De meerderheid van de geleerden heeft gezegd dat het toegestaan is om vrijwillig te vasten na de helft van Shacbaan. Zij achten de overlevering die hierover spreekt zwak. Ahmad en Ibn Macien zeiden dat dit Moenkar (verafschuwd) is."

(Fath ul-Baarie)



Onder hen die het als zwak verklaarden waren al-Bayhaqie en at-Tahaawie. Ibn Qoedaamah zei dat imam Ahmad betreffende deze overlevering zei: "Het is niet correct. We hebben cAbdoer-Rahmaan ibn Mahdi erover gevraagd. Hij verklaart het niet als Sahieh en hij heeft het niet aan mij verhaald. Hij vermeed het praten over deze overlevering. Ahmad zei: "al-cAlaa' is Thiqah en geen van zijn overleveringen wordt beschouwd als Moenkar behalve deze."

(al-Moeghnie)

De al-cAlaa' naar wie hier wordt verwezen is al-cAlaa' ibnoe cAbdir-Rahmaan die deze overlevering van zijn vader heeft overgeleverd, die het weer van Aboe Hoerayrah kreeg overgeleverd.

Ibn ul-Qayyim heeft gereageerd op degenen die deze overlevering zwak hebben verklaard en heeft gezegd dat deze overlevering Sahieh is volgens de voorwaarden van Moeslim. Ook al is al-cAlaa' de enige die deze overlevering heeft overgeleverd, is het niet schadelijk voor de overlevering omdat al-cAlaa' Thiqah (betrouwbaar) is. In zijn Sahieh heeft Moeslim meerdere overleveringen van hem verhaald, die hij van zijn vader heeft en zijn vader weer van Aboe Hoerayrah. Vele overleveringen zijn alleen via één persoon die Thiqah is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem), maar deze zijn geaccepteerd en worden gevolgd door de gemeenschap.

(Tahdhieb us-Soenan)

Toen zei hij: "Met betrekking tot degenen die denken dat er een tegenstrijdigheid is tussen deze overlevering en de overleveringen waarin gesproken wordt over het vasten in Shacbaan: er is geen tegenstrijdigheid! Die overleveringen spreken namelijk over het vasten van de tweede helft van de maand samen met de eerste helft van de maand en over het vasten gedurende de tweede helft van de maand als een gewoonte. Terwijl de overlevering van al-cAlaa' spreekt over het verbod van het opzettelijk vasten na de helft van de maand, en niet over het vasten dat iemand regelmatig verricht of als voortzetting van het vasten in de eerste helft van de maand."

Sheikh Ibn Baaz werd gevraagd over de overlevering waarin staat dat het vasten na de helft van Shacbaan niet toegestaan is. Hij zei: "Dit is een overlevering die Sahieh is, zoals Sheikh Naasir ud-Dien al-Albaanie zei. Wat hier bedoeld wordt, is dat het niet toegestaan is om na de helft van de maand te beginnen met vasten. Maar als een persoon het meeste of de gehele maand vast, dan volgt hij de Soennah."

(Madjmoec ul-Fataawa ash-Sheikh Ibn Baaz, boekdeel 15, blz. 385)

Sheikh Ibn ul-cOetaymien zei in zijn reactie op Riyaad us-Saalihien (boekdeel 3, blz. 394): "Al zou de overlevering Sahieh zijn, het verbod wat hierin vermeld wordt, betekent niet dat het Haraam is, maar dat het slechts Makroeh is, zoals sommigen van de geleerden begrepen hebben. Maar degene die gewend is om te vasten, zou moeten vasten ook al is het na de helft van Shacbaan."

Concluderend kunnen we zeggen dat het niet toegestaan is om na de helft van Shacbaan te vasten, dit is óf Makroeh of Haraam. Behalve voor degenen die gewend zijn om te vasten of degenen die het vasten voortzetten nadat ze de eerste helft van Shacbaan gevast hebben. En Allah weet het beste.

De reden voor dit verbod is dat het continu vasten een persoon zwak kan maken om te vasten in de Ramadan.

Als er gezegd wordt dat degene die vanaf het begin van Shacbaan vast zwakker wordt, dan is de reactie hierop dat degene die vanaf het begin van Shacbaan vast, gewend is geraakt aan het vasten en dat het minder moeilijk voor hem zal zijn om te vasten.

Al-Qaari' zei: "Het verbod hier betekent dat het afkeurenswaardig is, als een genade voor deze gemeenschap, opdat zij niet te zwak zullen worden om hun verplichte vasten tijdens de Ramadan op een energieke manier te vervullen. Maar degenen die de gehele maand Shacbaan vasten zullen gewend raken aan het vasten, dus zal het vasten niet moeilijk voor hen zijn."

En Allah weet het beste.


Het graf is de eerste bestemming van het Hiernamaals

Uthman ibn Affaan stond bij een graf en huilde tot zijn baard doorweekt was. Er werd hem gevraagd: "Je gedenkt het Paradijs en het Hellevuur en huilt niet, maar je gedenkt het graf en huilt (wel)?"

Hij zei: "De Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) heeft gezegd:

"Het graf is de eerste bestemming (van de bestemmingen) van het Hiernamaals, als je hier succesvol bent, dan is al hetgeen erna makkelijk. Maar als je niet succesvol bent, dan is al hetgeen erna moeilijker."

Deze hadith is van Uthman ibn Affaan (moge Allah tevreden met hem zijn) van de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) en staat vermeld in Tirmidhi en Ibn Maadjah. De hadith is Hasan verklaard door Sheikh Al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn). 


Onenigheid vermindert religieuze toewijding


"Blijf weg van onenigheid, voorwaar het is de scheerder (van religieuze toewijding)."


Met scheerder bedoelde de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) dat het religieuze toewijding weghaalt, zoals je met scheren haren weghaalt.


Deze hadith is van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) overgeleverd door Abu Huraira (moge Allah tevreden met hem zijn) en staat vermeld in Tirmidhi.



Prachtige beloning voor de moslimvrouwen


"Wanneer een vrouw haar vijf dagelijkse gebeden verricht, vast gedurende de maand (Ramadan), haar kuisheid bewaakt en haar echtgenoot gehoorzaamt, zal er tegen haar gezegd worden (op de Dag des Oordeels): "Treed het Paradijs binnen door welke poort je wilt."


Deze hadith van de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) staat vermeld in Thirmidhi en is Sahieh verklaard door Sheikh Al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn).




Cluytens Semir         cluytens@outlook.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin